maar

[ mahr ]

Phonetic (Standard)IPA

noun

, Geology.

maar

/ mɑː /

sometimes capital a coneless volcanic crater that has been formed by a single explosion

maar

/ mär /

A broad, shallow, generally flat-floored volcanic crater that is often filled with water. Maars usually form from explosive eruptions caused by the heating and boiling of groundwater that is invaded by rising magma.

Origin of maar¹

First recorded in 1820–30, maar is from the German word Maar a depression filled with standing water (especially in the Eifel district)

Origin of maar¹

C19: from German

Hij studeert te veel, of ik weet het niet—maar het is niet goed met hem.

I nipped the unprofitable discussion in the bud by demanding, as I moved away: “Maar wat is trek?”

Her reply confounded me: “Vandaag of morgen, maar U moet belet vragen.”

Ik bedoel dat vele artikelen zijn kostbaar—of kostelijk—mijns bedunkens—in Holland—maar van onberispelijke smaak.

Ja, best,” I said; “breng mij een glas appelmoes, maar niet te sterk.

Browse